dinsdag 17 februari 2009

(Kunst) Galerie van Maud











Check:
http://www.blikopkunst.nl/MaudSchaepkens

zaterdag 14 februari 2009

Rondje om de wereld binnen een paar gesprekken

Zal ik naar Amerika gaan, of naar Spanje? Of naar Polen misschien?
Ik kan een paar maanden in het buitenland gaan studeren. Waar ik maar wil, als mijn cijfers maar hoog genoeg zijn. Ik wil best weg, ik weet alleen niet waarheen. Alles lijkt me leuk!
Op de universiteit is een bijeenkomst voor uitwisselingsstudenten. Ik praat met een meisje uit Pennsylvania, met een meid uit Sydney, met een jongen uit Montreal. Ineens voel ik mij zo’n enorme ‘dorpeling’!
De Amerikaanse zegt Nederland een ‘mysterie’ te vinden. “Het is zo klein en niemand weet er iets vanaf. Ik kende alleen de klompen en de molens!”
Een meisje uit Hongkong vindt kortom ‘alles anders in Nederland’. “Het is hier minder stressvol en de mensen zijn vriendelijker.”
De ouders van velen raakten overigens wel bezorgd toen hun zoon/dochter meldde in Nederland te gaan studeren… Met al die drugs daar!


Gelukkig weten de studenten zelf beter. Zij zijn na een maandje helemaal gek op de behulpzame Nederlanders met hun lekkere bier. Ze genieten van de mooie gebouwen, de leuke universiteit en de rustige woonwijken.
Terwijl ik met de uitwisselingsstudenten klets over de verschillen tussen Maastricht en de andere studentensteden, pik ik heel wat interessante wetenswaardigheden op. Ik besef dat ik graag een keer wil gaan genieten van de grote skigebieden in Italië. En ik ben zelfs benieuwd naar de stressige cultuur van Honkong. Ook hoop ik ooit de grote stad Montreal te leren kennen, evenals de vele sjieke stadjes in Spanje.
Ik besluit geen keuze te maken. Als ik ooit heel veel tijd heb, ga ik naar Amerika, Canada, Australië en Hongkong. En dan pik ik ook meteen heel Europa mee. Binnen een paar maanden heb ik tenslotte toch geen tijd om de hele wereld te zien, terwijl ik dat juist zo graag wil!

zondag 1 februari 2009

Zweven boven de wolken

“Lopen, lopen, lopen!” Ik doe wat de stem achter mij roept. De seconden die volgen, lijken wel eeuwig. Maar dan plots komen we van de grond. In een klap ben ik verlost van de buikpijn die de angst in mij opwelde.
Mijn voeten bungelen in de lucht. Ik schuif nog wat beter in mijn zitje. En het enige wat ik dan nog kan doen, is genieten van het geweldige uitzicht.
De piloot achter mij bestuurt de parachute boven ons. Terwijl we net nog op een hoge berg stonden, ‘paragliden’ we nu naar beneden. Geen grond meer aan onze voeten. Slechts lucht om ons heen.
We vliegen zelfs boven de wolken. En ik roep alsmaar: “Wauw!” en “Boh!” Ik heb het gevoel dat ik dadelijk over de wolken en bomen kan lopen.
Piloot Bernd maakt ondertussen foto’s. De camera zit aan een stok die hij in de lucht houdt. Een foto van boven, van beneden, van mijn voeten, van ons samen.


Trots straal ik naar links en naar rechts. De zonnige, besneeuwde bergen laten we steeds verder achter ons.
We gaan zo’n 35 kilometer per uur, vertelt Bernd. Ik kan niet zien hoe hij achter mij – letterlijk – de touwtjes in handen heeft. Wetende dat hij al zijn halve leven ‘paraglidet’ – wat ongeveer overeenkomt met mijn hele leven – blijf ik rustig genieten.
Onze eindbestemming komt langzaam in zicht. Bernd laat ons nog even naar rechts draaien en weer terug naar links. Tussen enkele langlaufloipes in komen we steeds dichter bij de grond.
Als mijn voeten de sneeuw raken, besef ik dat ik morgen eigenlijk weer wil vliegen. En overmorgen, en de dag daarna.
Want niet veel later sta ik weer gewoon op de ski’s, om de berg naar beneden te gaan. En hoewel skiën mijn grote passie is, zou ik nu het liefst Bernd weer horen roepen: “Lopen, lopen, lopen!”