zondag 18 oktober 2009

Mooi uitzicht met een bijsmaak

Met een grote mok thee tussen mijn handen geklemd kijk ik uit over Heerlen. Wat is dat toch heerlijk, zo vanaf de bovenste etage van het ‘glazen huis’, zoals mijn vriendin het gebouw noemt dat onlangs nog van naam veranderd is.
De serveerster ontvangt een oudere dame en kust haar. Als ze de vrouw aanraadt welk broodje ze het beste kan bestellen, blijkt dat het haar oma is. Het meisje vertelt over haar nieuwe fiets, over haar studie en wat ze net op de markt heeft gekocht.
Het zijn van die heerlijk onbenullige dingen. Die ik iets meer dan een half jaar geleden ook allemaal nog aan mijn vriendin vertelde. Mijn vriendin, mijn oma.
Mijn trotse oma, die nooit een van mijn columns miste in de krant. Aan wie ik vertelde over al mijn dagelijkse beslommeringen. En die alles wilde weten over mijn studie. Anderen vragen er ook wel naar, maar ze krijgen het antwoord nauwelijks mee. Want na twee zinnen zijn ze al afgedwaald. Maar oma wilde tot in de puntjes weten wat haar kleindochter allemaal uitvoerde op de universiteit.
Deze week heb ik besloten welke master ik volgend jaar ga doen. En ik kan het haar niet vertellen. Vorige week ben ik geslaagd voor mijn examen tot snowboard lerares. Zou ze dat dan toch van boven hebben gezien?
Ik neem een slok van mijn thee en denk terug aan al onze fijne gesprekken. De onderonsjes, heerlijke momentjes waar ik gelukkig nu nog van kan nagenieten.
Ze zei nog zo, als ik dood ben dan moet je niet huilen. Terwijl ik langs de oma en haar kleindochter naar de helderblauwe lucht kijk, voel ik de tranen langzaam over mijn wangen rollen…

zondag 4 oktober 2009

Het wordt vast een leuke tijd!

Stilletjes zit mijn vriendje naast mij op de bank. We weten allebei dat we morgen niet meer zo knusjes naast elkaar kunnen zitten. En overmorgen niet, en de dag daarna niet…
Het enthousiasme sprankelt dan ook niet echt van zijn gezicht af. ‘Kom op, kijk eens niet zo sip,’ probeer ik hem op te vrolijken. ‘Het wordt vast een leuke tijd!’
Maar Thijs heeft er echt geen zin in, zegt hij. Hij wil niet zonder mij naar Polen. Toch zal het moeten, want hij heeft er nu eenmaal voor gekozen om daar vijf maanden te gaan studeren. En ik word geacht aanwezig te zijn bij de colleges in Maastricht, helaas.
Eventjes kijkt vriendlief zo ernstig dat ik bijna bang ben dat hij besluit niet naar Warschau te reizen. ‘Ga toch maar fijn hoor,’ vind ik. ‘Anders hadden we ook geen surprise afscheidsfeestje hoeven organiseren.’ En dan moet je nu ook nog eens alle cadeautjes aan iedereen teruggeven, grap ik er achteraan.
‘Dan kun je ook meteen een nieuwe website maken,’ maakt zijn lachende vader het nog een beetje erger. ‘Thijsweerthuis.nl in plaats van ThijsinPolen.nl!’
Maar nee, vriendlief gaat uiteindelijk toch voor dat laatste. En daar staan we dan, bij de nachttrein waarmee hij zo dadelijk naar Warschau vertrekt.
Eerst even pa en ma een knuffel geven en dan ben ik aan de beurt. De trein staat al voor onze neus en de conducteur kijkt inmiddels enigszins ongeduldig op zijn horloge. Dat wordt dus geen uitgebreid afscheid…
Voordat ik het weet staat Thijs al in de trein en kijkt hij mij met een ietwat zielig gezicht aan, vanuit het raampje vlak voor mij. Als het ding dan echt vertrekt, overvalt mij een bijna beangstigend gevoel. Maar hoewel ik het liefste wilde dat we gewoon weer lekker knusjes op de achterbank van de auto terug konden rijden naar huis, zegt een vervelende stem in mijn hoofd: ‘Het wordt vast een leuke tijd!’